zondag 4 april 2021

Vannacht

door de gewekte engelen

vragende liefdesbagage

uitnodigende vrijage


La belle femme

La Belle was ernstig ziek, dokters konden niets meer voor haar doen en zij zou spoedig sterven.
Zij leek dit te hebben geaccepteerd, haar levenspartner nog niet.
Om hem te laten wennen aan de toekomstige stilte in hun huis en het niet als verdriethuis voor hem onleefbaar te maken had zij ervoor gekozen om in een hospice te sterven.
Een wel overwogen keuze, waar zij geen spijt van had.
Zij was in de hospice opgeknapt, had haar levenstank voor de laatste keer opgeladen en schonk iedereen in haar omgeving moed en troost.
Een van de laatste keren dat we met elkaar spraken zei zij: ‘Het lijkt wel of ik hier ben om beter te worden’ en met een ondeugend lachje voegde zij eraan toe, ‘dat kan toch niet de bedoeling zijn!’


La Belle was een bijzondere, moedige en lieve vrouw, de gedachten aan de reinheid van haar geest ontroeren mij nog steeds.
Het was een vrouw die tot op de laatste dag heeft genoten en dankbaarheid toonde voor normale en eenvoudige dingentjes, zoals een lekkere kop soep, een extraatje, een verzachtend warm bad of gewoon te zitten op haar speciale stoel om te babbelen, te gekken.
Maar je kon ook met haar praten en filosoferen over het leven, de dood en de eventualiteit om verder te leven in een andere dimensie.
Nee, ook zij kon of wilde niet alle vragen beantwoorden, maar het leek alsof vele levenswaarheden haar links en rechts hadden ingehaald.
Volgens mij kon zij de waarheid zien.

La Belle, jij beloofde me in mijn nabijheid te blijven dat ik je niet hoefde te missen…

Jij hebt je belofte niet gebroken!

zaterdag 3 april 2021

Een oud liedje

Anna stond te wachten, te wachten op haar man,
des nachts om 12 uren, daar kwam die kerel an.

Goeienavond Anna!
Goedenavond, Jan!

Waar ben je zolang gebleven?
Dat gaat jou niets an!

Anna ging naar boven en haalde een dikke stok.
Anna kwam naar beneden en sloeg hem op zijn kop.

Jan begon te schreeuwen, te schreeuwen moord en brand.
De buren kwamen kijken maar Jan was al van kant.

De eenvoud van kleine tertsen

Vorige week heb ik een heftige film gezien over zelfmoordaanslagen van fundamentalistische moslims.
Geen lichte kost, maar gelukkig werden de beelden ondersteund door prachtige muziek.
Muziek zo minimaal, maar o zo mooi!
Het was een kabbelende opeenvolging van langzaam dalende en stijgende kleine tertsen.
Lange noten, intens, tergend en hartverscheurend.
De muzikale oplossing bij de aftiteling haalde me uit mijn droomwereld van kleine tertsen, de film was afgelopen, verdomme!


Nee, ik begrijp nog steeds niet de onverklaarbare krachten die er toe leiden dat mensen omwille van hun geloof andere mensen doden, maar de kleine tertsen hebben mij wel gedwongen erover na te denken.

Wat ervan overblijft als ik er nu aan terugdenk zijn de gevoelde koude rillingen van ellende maar zeer zeker ook de muzikale ontroering.
Het kwade kan blijkbaar heel goed naast het goede en het mooie bestaan.

Het voelde heel bijzonder aan, om te worden getroost door de eenvoud van kleine tertsen!

Paashaasprincipe

Omdat de complexiteit van mijn innerlijke belevingswereld regelmatig het hoofd stoot aan de gebruikelijke, beschikbare woordenschat, mijn gedachten altijd probeer te visualiseren en te kleuren maak ik vaak gebruik van vreemde, ongewone en af en toe zelfverzonnen woorden.

Teksten worden verwolligd, informatie- en kenniskernen versluierd en verborgen in een cocon vol verrassingen.
Het paashaasprincipe ten voeten uit!

Op deze manier probeer ik lezers te dwingen om te wroeten in zinnen en woorden en ze te herscrabbelen tot een persoonlijke begrijpelijkheid, zodat ze voor iedereen passend worden.
De lengte, moeilijkheidsgraad et cetera, maar vooral de marges van intonatie bepalen de kleur van het gesproken en geschreven woord en in mijn beleving is dan - net als in de muziek - alles geoorloofd!

Een ander reden is dat ik door regelmatig gebruik van neologismen en overmatig, misschien zelfs wel storende toepassing, van topic drop in mijn gedichten en teksten een vorm van atonaliteit creëer, waardoor de ontstane tekstbeelden polyinterpretabel worden

want...


gelijk Adams zoektocht
verken ik vreemd terrein
een snelweg van ronding
brengt mij aan een afgrond
van zoetig genotsvocht
Godswil beschikking, toch!

Pinguinend

ademend
denkend en pratend
bewarend
meekijkend
horend en etend
belevend

Driehonderdvijfenzestig dagen per jaar

Iedereen heeft wel eens van die dagen, dat je beter in bed kunt blijven liggen.
Helaas dwingt ons sadistisch bioritme toch telkens weer, de nieuwe dag te starten.
Ondanks de wetenschap, dat wij niet iedere dag, zowel fysiek, intellectueel alsook emotioneel, het leven met al zijn uitdagingen kunnen trotseren, laten wij ons steeds dwingen om op te staan.


Langzaam slepen wij dan ons, fysiek en psychisch geteisterd lichaam, naar de wc en vervolgens naar de douche.
De waterstraal hamert onze hersenpan de realiteit van de nieuwe dag hardhandig in.
De geur van de slaap wordt afgespoeld, eigen wil en ego gesloopt.
Het laatste gevoel van individualiteit wordt ons ontnomen, als wij na het douchen uit het raam kijken en de vele uitdrukkingsloze gezichten zien, die naar het werk of de school spoeden.
Een paar minuten daarna lopen wij dan, als een schaduw van ons verstand, in de uitdrukkingsloze colonne mee.
De vraag welke genade de dag ons zal brengen is dan al niet meer relevant, want wij hebben ons voor de zoveelste keer overgegeven.

Er zijn van die dagen, die wij eigenlijk zouden moeten overslaan…

Gelukkig zijn dat maar driehonderdvijfenzestig dagen per jaar!

vrijdag 2 april 2021

Vrandelijke mien

in de hoerfst verloor ik mijn hed
vond heel lang voordat ik hem zocht
totdat ik kwuim aan een groot has
kak stiekemtjes door een klein geet
zag driestoelen op de heren
nam mijn kopje van mijn hoedje

en zei: ‘goede heren, mijn dag’

Wij zijn spiegel

wie ben jij

ik ben jij
jij bent ik
wie zijn wij
wij zijn ik
wij zijn jij
ik ben wij
jij bent wij
wij zijn wij

legeips njiz jiw
wij zijn spiegel

Gevoelens en noden


Seksuele passie leeft van de vreemdheid en afstand tot het niet bindende en heeft niets uit te staan met mijn gevoelens van geilheid uit een ver verleden waar het vuur al was geblust na de eerste steekvlam totdat ik door hem wordt vervoerd in een droom van geluk en dronkenheid waar hij mij als een diva met een opgezwollen warme onderbuik laat ontvlammen en trillen in een vreemde wereld vol passie en banaliteit om daarna te worden onder geschoffeld als een gebruikt en verbruikt stuk vuil.

Seksuele passie is voor mij het strijden met een soort van verslaving gevoed door een innerlijke verdoving die mij telkens vervoert in deze gevaarlijke wereld waar de prijs om te overleven wordt bepaald door het risico wat je durft te nemen om je eigen brandende horizon te laten vlammen en om de balans tussen gevoelens van eerlijkheid en trouw of misschien zelfs wel geile afhankelijkheid te bewaren zonder in conflict te komen met je omgeving maar ook niet met de begrafenis van je eigen seksuele gevoelens en noden.

Ontmoet en groet een paashaas


Een paar jaar geleden liepen mijn vriend en ik op paasmorgen in en om de poort van het mergelland’, een uniek natuurgebied in onze provincie.
Het was prachtig weer en er waren nog maar weinig mensen onderweg, de rust zong ons in de oren.
Op een gegeven moment had mijn vriend een dringende, iets grotere menselijke behoefte waarop ik zei: ‘zoek maar een rustig plekje, ik blijf  hier wel even op het bankje zitten.’

Luisterend naar de natuur vielen mijn ogen al snel dicht totdat ik wakker werd van een onbekend knarspuffend geluid, het was een paashaas.
Hij zat naast me - het mandje met de eieren was leeg - veegde met een eierdooier gele zakdoek het zweet van zijn snuit en voorhoofd en nadat ik hem een flesje water had aangeboden begon hij ongevraagd te vertellen:

'Het was vandaag een zware dag, vele collega’s hebben zich ziek gemeld waardoor ik hun wijken erbij heb gekregen; het werk moet ten slotte toch worden gedaan.
Maar nu ben ik klaar, gelukkig!
Ik loop dadelijk nog even langs het uitzendbureau om het briefje in te leveren en ga dan naar huis om met mijn vrouw en kinderen Pasen te vieren.’
Verwonderd keek ik hem aan en vroeg hem: Hoezo uitzendbureau, jullie paashazen hebben toch allemaal een vaste baan?’
‘Nee, nee”, zei hij, ‘dat is verleden tijd, tegenwoordig werken wij allemaal via een uitzendbureau gespecialiseerd in paashaasbezigheden behoudens…

mijn baas de paashaasbaas…
zijn bazen, de paashaasopperbazen...
hun bazen, de paashaasmanagerbazen...
hun bazen, de paashaasbestuursleden van de paashaasraad van paashaasbestuur...
hun baas, de paashaasvoorzitter van de paashaasraad van het paashaasbestuur...
hun toezichthouders, de paashaascommissarissen van de raad van paashaascommissarissen...
hun toezichthouderbaas, de paashaasvoorzitter van de raad van paashaascommissarissen...

heeft er niemand meer een vaste baan, daar is waarschijnlijk geen geld voor!

We spraken nog even over koetjes en haasjes waarna hij vriendelijk afscheid nam en met een sprong in het gras verdween.
Toen mijn vriend weer terug was heb ik hem het hele verhaal verteld waarop hij zei: ‘ik wist niet dat de uitzendbureaus paasmorgen zijn geopend…’

Volgens mij geloofde hij me niet!

Het wandelpaard

het paard wandelde op vier poten
naar de wilde wei van boer Groten
daar wilde hij wat bloemen plukken
zonder zich al te veel te bukken
wat niet lukte en hij hinnikte klote(n?)