zaterdag 29 augustus 2020

Doktersbezoek

Dokter: ‘Hallo meneer, wat scheelt eraan, wat kan ik voor u doen?’
Meneer: ‘Nou dokter, ik ben kerngezond maar zou u graag wat willen vragen.'
Dokter: ‘Meneer, vertelt u mij maar wat u op het hart heeft.
Meneer: ‘Goed, bij voorbaat dank voor het luisteren.
Het komt wel eens voor dat, als ik alleen ben en ergens zit of lig, de ogen sluit en al luisterend naar mijn ademhaling tot rust kom. De brug tussen geest en lichaam wordt dan soms even hersteld.
Maar meestal hoor ik meerdere ademhalingen, naast mij, boven mij en in mij.



Wie zit of er ligt er dan naast, op of in mij?
Zijn het mijn andere ikken of zijn het toch gewoon de niet-aanwezigen?
Het lijkt een beetje gek maar ik verbeeld het me niet.
De verschillende ademhalingsritmen zijn reëel en de bijbehorende geluiden zorgen voor een onrustige, oneindig lijkende en onheilspellende klankenreeks.
Het zijn beangstigende melodieën die normaliter alleen gespeeld worden in het grensland van en tussen leven en dood, in het land van de onvolmaaktheid.
Als ik er een tijdje naar heb geluisterd merk ik dat de verschillende ritmen naar elkaar toe kruipen en de geluiden zich op een prettige manier vermengen.
Er ontstaat dan een Babylonische ritme- en klankverwarring, een volmaakt gespeelde onrust van gedachten en gevoelens.
Deze onrust zorgt er dan voor dat ik me voor korte tijd kan terugtrekken in een wereld zonder geluiden en afleiding, in een wereld van niet-leven en niet-ademen.
Als ik dan mijn ogen open en terugkeer naar de onvolmaaktheid van de werkelijkheid hoor ik mijn ademhaling.

Pff…pfff…pfff…pfff…pfff…pfff…pfff…pfff…pfff…pfff…

Of is het die van u, dokter?’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten